24-02-10 Bouwen van een stad voor de donkere zieltjes
Ik
sta ergens in de openlucht waar ik nog niet eerder was. Ik ben er
alleen en het is redelijk donker. Ik ben bezig met het bouwen
van een behoorlijk hoge muur, met mijn staf. Het gaat sneller dan
voorheen. Volgens mij wordt het een stad...op deze kale, woeste vlakte. Er
zijn een stuk of 100 kleine grijs/zwarte donkere zielen naar me
toegekomen. Ze zijn ongeveer de helft qua grootte van mij. Ondanks dat
ze donker zijn, zijn ze niet kwaadaardig. Ze willen helpen.. ik heb ze
maar de opdracht gegeven om water te gaan zoeken. Eentje is naar me
toegekomen met een doorzichtig / glanzende schaal. De schaal die ik gekregen heb is blijkbaar een
toverschaal. Toen ik er in keek, zag ik erin dat aan de andere kant van
de planeet water is; een heel groot meer.
Daar
naar het water ben ik naar toegelopen, en toen ik de schaal vulde met water, ontstond
er in de stad een groot bouwwerk, aan de onderkant smal, dat naar boven
toe wijd uitliep, met bovenop een grote schaal / bekken, helemaal gevuld
met helder water. Toen ik naderhand een van de bakstenen in de
toverschaal legde stond er vrij snel een hele stad, met allemaal een
soort kleine huisjes en een groter gebouw.
Ik heb het even laten
regenen (waar die andere zielen blijkbaar niet tegen konden, want ze
renden allemaal een huisje in) waardoor de grond beter bewerkbaar werd.
Ik heb links en rechts wat lichtzaadjes geplant, zodat ook in de stad
(gouden) bloemen gingen bloeien.
Blijkbaar hadden die zielen
lang gewacht op mijn komst, en zijn ze blij met mijn hulp, en die nemen
ze gelukkig ook wel aan. Ik vraag me alleen af hoe ze daarboven aan het
water gaan komen, want vliegen kunnen ze niet.. Blijkbaar ben ik hier de meest "ontwikkelde" ziel
en moet ik hun helpen zich verder te ontwikkelen.
Ik hield een
spiegel voor een van die donkere zielen, min of meer de leider van de
groep, die mij ook de schaal gaf. Ik wilde hem bewust maken van zijn
eigen donkere kant, maar, hij ging gewoon door de spiegel heen, en kwam
er aan de andere kant weer uit. Toen draaide hij naar rechts, en ging
weer de spiegel door, in rondjes bleef hij zo doordraaien. Zeker honderd
keer, toen het klaar was, was hij een heel stuk lichter geworden.
Geen
idee welk element de zieltjes zijn, want dat kan ik niet echt zien. Hij
gaf mij vervolgens een soort oorkonde, een ketting met een steen eraan.
Dit keer geen edelsteen maar een gewonere steen, heel plat, en het
heeft een typische vreemde vorm, die ik niet goed kan thuis brengen.
20-05-10 Terugbrengen van de donkere zieltjes naar de tempelberg
Ik ben
wederom in de torenkamer. Ik zit aan de zijkant tegen de grond. Het voelt alsof
ik een opdracht krijg.. ik mag hier een energiepoort openen
!! Ik ben alleen, maar het voelt wel alsof ik vanaf een afstand begeleid
wordt, al zijn hun zielen niet direct in de ruimte aanwezig. Ik loop
een beetje rond. De ruimte is rond, of een beetje achthoekig, in ieder
geval symmetrisch, er is veel wit, en hout, een lege oude ruimte, maar
dat mag de pret niet drukken. Het voelt goed. Aan de zijkant aan een van
de wanden staat op een plankje iets dat ik oppak. Het is een bol,
ik houd hem in het midden van de ruimte in mijn linkerhand omhoog ik
probeer hem te laten zweven In de glasachtige bol zie ik de kleuren
groen en blauw. Mooi de bol blijft in het midden van de ruimte zweven,
ik ga iets anders pakken..uit mijn jaszak Het is iets wat leeft, een
vliegend insect, een libelle !Ik laat hem los en hij gaat rondjes
vliegen om de bol. Ik hoor het geluid van zoemende bijen steeds
dichterbij komen…op de vloer verschijnt een gouden cirkel. Ik ga net
buiten de rand staan, in de cirkel op de grond verschijnt een
waterachtige substantie.. als een spiegel. Ik kniel erbij neer als aan
de rand van een meer. Iemand geeft mij door dat ik ervan drinken mag.
Voorzichtig neem ik enkele slokjes, die ik met een gouden bekertje eruit
schep. Ik probeer mezelf te zien in de spiegel van het water, maar dat
zie ik niet, In de spiegel zie ik in de verte een tempel, waar Zilver
Vleugel meen ik was; met die koepel. Ik moet eerst nog iets doen. Ik
kijk rond in de ruimte. Daar is mijn voorwerp.. die gouden lange staf
met lus die ik eerder vond. Dan ga ik in de cirkel staan. Tot mijn
verbazing, sta ik nog steeds op vaste grond, al zie ik wel het water
onder me. Ik ga op de grond zitten en sluit mijn ogen. “Andromeda wekt
mijn ziel..”
Ik kan er nog niet doorheen wordt me gezegd. Blijkbaar
moet ik de donkere zieltjes van die ene planeet hierdoorheen loodsen..
ik pak mijn blauwe diamant en flits eerst naar die andere planeet terug.
Daar aangekomen zie ik dat de bloemen een beetje zijn verdord, en het water is ver op. Ik vraag ze
of ze met me mee willen gaan. Ze gaan overleggen, sommige zeggen er nog
niet klaar voor te zijn, maar weer anderen vinden het beslist een goed
plan. Ik zeg ze dat niet iedereen mee hoeft, dat ik anders de rest later
wel kom halen. Ik laat het regenen, zodat het waterbekken weer gevuld
wordt, en de plantjes weer kunnen gaan bloeien. “Wanneer kom je terug ?”
vragen ze. Ik wijs de ruimte in.. naar een andere planeet, “als die maan
daar rood is” zeg ik.
Ik zeg dat de toverschaal daar mag blijven. De
zielen die wel met mij mee willen verzamelen zich. Ik vraag of ze met
mijn koets willen reizen.. achter mijn koets hangen nu een stuk of 8
andere kleine voertuigen, die met draden aan de voorste verbonden zijn.
In iedere koest stappen zo’n 5 a 6 zielen, en dan gaan we. In mijn koets
( de voorste) brand een kaarsje, en dan gaan we. Vliegende langs
sterren, regenboogachtige gekleurde banen gaan we.. ik zie in de verte
de planeet aarde denk ik.. mijn snelheid voert zich op. We gaan draaien
in een kolk, tegen de klok in, alsof we in een tornado komen, en dan,
via de poort in de ruimte waar ooit de weegschaal was in de torenkamer,
gaan we er gewoon doorheen, supersnel. En dan komen we uiteindelijk
vlakbij de tempel en in de buurt van de tempelberg; een stukje verder
zie je ze. Ik krijg het eventjes een beetje koud, we staan hier langs een
verlaten, donkere weg, langs de kant zie ik allemaal graven liggen.. De
donkere zieltjes beginnen te dansen van vreugde.. zo blij zijn ze !!
“Dankjewel dat je ons hebt thuisgebracht zeggen ze”.. Stomverbaasd blijf
ik alleen achter.. en daar sta ik dan vlakbij de tempel.